Pagina's

Propria Cures: over de reaguurder

Leon Verdonschot kruipt in de huid van een reaguurder. Hele artikel op Propria Cures.


Het was 7 december toen Hippocrates plaatsnam achter zijn bureau en het zag. Het was daar, in het schijnsel van het tl-licht en onder het vertrouwde systeemplafond, de automatenkoffie nog dampend in het plastic bekertje, dat hij het zag. Hij was niet gewoon verbannen – dat was hij wel vaker, en dat hoorde bij zijn leven als verzetsheld in het jaar 63 nadat die nodig waren. ‘Opgejorist en opgerot’, die zin had hij al vaak op zijn scherm gelezen, en vaak met enige trots: het was toch een beetje als doodgeschoten worden op een Mediapark.

Maar nu stond er iets anders. Hij lag eruit, voorgoed, en zijn IP-adres was doorgegeven aan de officier van justitie. Hij had weer iemand het graf in gewenst, maar nu de verkeerde: de nationale coördinator terrorismebestrijding. “Op landverraad staat de doodstraf: Tjibbe Joustra moet voor het executiepeloton,” had hij geschreven, kennelijk. Hij kon het zich niet eens herinneren; op sommige dagen postte hij wel honderd berichten. Mogelijkheden genoeg. Voor mensen als hij waren er meer platforms dan tijd, in de vorm van de reactiemogelijkheid op de Telegraaf online, het AD, GeenStijl en allerlei nieuwssites. Waar het magische woord ‘reageer’, daar zijn woede. En waar zijn woede, daar uitroeptekens als bomen in een bos, en woorden in HOOFDLETTERS als in een artikel van Wilma Nanninga.

Zijn taal was die van zijn voorbeelden, dus een bonte mix van kogels van links, knettergekken en vooral veel mensen die deaud moeten. Deaud, dat moest iedereen die bekender was dan de onbekende soldaat, meer verdiende dan een bankwerker te Schinnen, het woord ‘multicultureel’ uitsprak zonder erbij te spugen en verdacht kon worden van een politieke voorkeur ter linkerzijde van zeer rechts.

[..]
Hij kreeg zijn eigen partij, TON, het verbond der verongelijkten, het bastion van de schuimbekkers, een partij die vindt dat “ze” alle problemen moeten oplossen, hier en nu, en boos worden als die “ze” vragen hoé dan, want problemen moeten gewoon worden opgelost punt uit en bovendien: diezelfde “ze” hebben ze toch veroorzaakt – nou dan. En toen TON op een dag in december van het jaar 2008 dan toch met iets kwam dat met enige welwillendheid een beginselprogramma genoemd mocht worden, bleek het oplossing voor het grootste probleem dat de mensheid teistert – files - betere stoplichten en het recht beschermde knaagdieren te overrijden – eureka voor dummy’s.
[..]
Ik had ooit een kapper die in één kapbeurt de oplossing van alle problemen in de wereld wist samen te vatten tot een zin of vijf, en al die zinnen begonnen met “ze moeten gewoon”. Wanneer ik dan zei dat het volgens mij niet zo was dat iedere buitenlander die zich bij de Nederlandse grens meldt onmiddellijk een ingericht huis krijgt, zei hij dat iedereen dat toch zei, gevolgd door zijn toverwoord: dus. Door hem - want nicht - uitgesproken als: dussss.
Zie hier de logica van de Hippocratessen van onze tijd: 1) ze moeten gewoon doen wat ik zeg, 2) want ik vind dat 3) en de anderen trouwens ook, 4) dussss.

Hij liep naar buiten en stak een sigaret op. Daar ga ik vanuit althans, dat Hippocrates rookt.
Roken is immers de enige lichaamsbeweging van de kankeraar, door hem zelf vaak verward met een recht. En nu hij voor zijn sigaret (door hem zelf steevast ‘sigaretje’ genoemd, want het is niet dat de Hippocrates geen tederheid ként, het is alleen dat hij hem slechts inzet voor hobby’s die stinken) naar buiten moet om rekening te houden met de ander, is hij boos. Dood aan het gedogen, regels zijn regels, strengere straffen – maar uiteraard alleen voor die ander, en dan vooral de heel andere ander. Liefst haalt hij Hitler er bij, die was immers ook tegen roken. Kortom: antirokers zijn fascisten. Dus.
[..]

Geen opmerkingen: